WBSO-subsidie 2021

In 2021 is er extra budget beschikbaar gesteld voor de WBSO door het verhogen van de tarieven in de eerste schijf en het starterstarief. Deze verhoging betekent dat zowel innovatieve starters, het MKB als het grootbedrijf profiteert van een extra fiscaal voordeel op het moment dat er investeringen gedaan worden in innovatieve projecten.

23 september 2020

WBSO 2021: verhoging voordeelpercentages eerste schijf en starterstarief

Het kabinet heeft besloten om extra budget beschikbaar te stellen voor de WBSO in 2021 zodat de private investeringen in R&D tijdens de coronacrisis zoveel mogelijk op peil blijven. Het tarief in de eerste schijf wordt verhoogd van 32% naar 40% en het starterstarief van 40% naar 50%.

In onderstaande tabel staan de voorgestelde WBSO voordeelpercentages voor 2021:

De extra kosten van deze incidentele ophoging van het tarief in de eerste schijf en het starterstarief zijn geraamd op € 157 miljoen. Het totale beschikbare budget voor de WBSO in 2021 bedraagt daarmee € 1.438 miljoen in plaats van € 1281 miljoen. Het extra budget is afkomstig uit de onderuitputting van de WBSO in 2019 (€ 55 miljoen) en een deel van de reserves uit eerdere jaren (€ 102 miljoen van de totale reserve van € 164 miljoen). De eventuele onderuitputting 2020 zal, conform de WBSO-budgetsystematiek, toegevoegd worden aan het WBSO-budget 2022 en daarmee beschikbaar blijven voor het R&D-intensieve bedrijfsleven.

Aanbevelingen WBSO-evaluatie

Tegelijk met de publicatie van de Miljoenennota 2021 heeft staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat de Tweede Kamer een brief gestuurd met opvolging van enkele aanbevelingen uit de WBSO-evaluatie 2011-2017.

In deze WBSO-evaluatie is geconcludeerd dat de WBSO een kostenefficiënte regeling is, die door het merendeel van de gebruikers wordt gewaardeerd en die een aantoonbaar positief effect heeft op de R&D-inspanningen van bedrijven. Ook is geconcludeerd dat het aannemelijk dat de WBSO – naast andere factoren – bijdraagt aan het vestigingsklimaat voor die bedrijven die hun R&D-activiteiten op internationale schaal organiseren.

In de nu gepubliceerde kamerbrief wordt er ingegaan op openstaande aanbevelingen uit de evalutie, te weten de wijze waarop de WBSO programmatuurontwikkeling ondersteunt, het verminderen van de administratieve lasten en het doelgroepbereik van de WBSO.

Programmatuurontwikkeling

Eén van de aanbevelingen uit de WBSO-evaluatie is om, met inachtneming van additionaliteit en spillovers, te heroverwegen hoe speur- en ontwikkelingswerk (S&O) in ICT en softwareontwikkeling het beste binnen en/of buiten de WBSO kan worden gestimuleerd. Naar aanleiding van deze aanbeveling heeft Keijzer twee onafhankelijke experts op het gebied van programmatuurontwikkeling gevraagd om de definitie van het begrip programmatuur in de WBSO te beoordelen en zo nodig aanbevelingen te doen.

Op basis van het rapport van de experts zal Keijzer een aantal aanpassingen nader verkennen. Zo zal ze onderzoeken of het mogelijk is om, naast ontwikkelingsprojecten op het gebied van AI en ML, ook (hoogstaande) toepassingen van AI en ML te ondersteunen. Ook zal ze onderzoeken of ze meer mogelijkheden kan bieden voor het ondersteunen van modellering en simulatie door middel van ICT-tools, bijvoorbeeld op voorwaarde dat de modellering of simulatie is gekoppeld aan een eigen ontwikkeltraject.

Administratieve lasten WBSO

De WBSO-evaluatie stelt ook voor om de administratieve lasten voor gebruikers te verlagen. Specifiek is het advies om de administratie van de zogenaamde S&O-niet-loonkosten (kosten en uitgaven ten behoeve van S&O-werkzaamheden) te vereenvoudigen en daarover in overleg te treden met gebruikers. In overleg met de belanghebbenden is besproken dat bedrijven de administratieve lasten kunnen verminderen door tijdig in overleg te treden met RVO over de kosten en uitgaven waarvoor zij WBSO willen aanvragen. Zo kunnen ze voorafgaand aan de aanvraag meer duidelijkheid krijgen welke kosten en uitgaven in aanmerking komen en hoe zij hier hun administratie voor kunnen inrichten.
Dit vooroverleg helpt om vooraf helderheid te krijgen onder welke (administratieve) voorwaarden kosten en uitgaven in aanmerking komen.

Onderzoek naar doelgroepbereik

Op dit moment ziet staatssecretaris Keijzer geen reden tot zorg over de daling van het aantal WBSO-gebruikers, omdat het S&O zelf op peil blijft. Bovendien blijven bedrijven die jaar in jaar uit aan S&O doen massaal van de WBSO gebruik maken.